Het Openbaar Ministerie heeft achttien jaar cel geëist tegen Cor de J. De 78-jarige klusjesman wordt verdacht van de moord op een 74-jarige man die samen met zijn partner lag te slapen in een villa in het Zuid-Hollandse Kinderdijk.
Justitie vermoedt dat er "verliefdheid en jaloezie" in het spel was. Het slachtoffer werd op 2 december 2022 door zijn hoofd geschoten. Hij lag op dat moment naast zijn vriendin in bed te slapen. Enkele dagen later overleed de man aan zijn verwondingen.
De vrouw, ook de eigenaar van de villa, raakte niet gewond. Wel zou ze met een vuurwapen zijn bedreigd. Daarnaast verdween er voor vermoedelijk ruim een ton aan sieraden uit de vrijstaande, afgelegen villa.
In eerste instantie zweeg het vrouwelijke slachtoffer over de verdachte. Drie dagen later verklaarde ze tegenover de politie dat De J. haar vriend had neergeschoten. De twee kenden elkaar doordat de man al meer dan tien jaar over de vloer kwam als haar klusjesman.
De verdachte zou vervolgens het wapen op haar hebben gericht en hebben gezegd: "Dan weet je hoeveel ik van je houd. Nu moet ik jou ook doden." De moord moest daarmee op een roofoverval lijken. De verdachte doodde de vrouw uiteindelijk niet. Wel zou hij de vrouw haar sieraden in een plastic tas hebben laten doen. Ze stelt dat ze van De J. moest zwijgen, omdat hij haar anders zou vinden.
"Uit pure angst heb ik hem gehoorzaamd, drie dagen heb ik gedwongen zijn spel meegespeeld", zei de vrouw in een slachtofferverklaring. Haar 74-jarige vriend had ze slechts enkele maanden eerder ontmoet.
De vrouw zou tegen de klusjesman hebben gezegd dat hij minder vaak moest langskomen. Hij zou op een gegeven moment iedere dag in huis geweest zijn. Ook zou hij langs zijn gekomen op momenten dat ze zelf niet thuis was. Daarnaast zou de verdachte zich negatief hebben uitgesproken over de nieuwe partner van de vrouw. "Juist de man die zij vertrouwde - ze kenden elkaar al jarenlang - heeft deze verschrikkelijke daad begaan", zei justitie woensdag.
De J. ontkent iedere betrokkenheid bij de moord. In de rechtbank in Dordrecht stelde hij dat hij meer zou weten over de echte dader. De moord had volgens hem te maken met een vroegere hoge functie van het slachtoffer in Brussel. De klusjesman zei "niet te gaan boeten voor iemand anders".
De rechter doet op 4 november uitspraak.